Ik roep weleens dat iedereen mag weten dat ik autisme heb. Ik schaam me er niet voor en het verklaart meteen bepaalde eigenschappen die sommige mensen als vreemd ervaren. Toch? Als zzp’er twijfel ik daar nog wel eens aan. Ik ben tekstschrijver en werk op dit moment vooral voor opdrachtgevers in de zorg, waar autisme niet als een hindernis wordt gezien om goed werk te leveren. Ook schrijf ik voor en over non-profitorganisaties als stichtingen en goede doelen, waar eveneens weinig wenkbrauwen gefronst worden bij het feit dat ik een aantal voorwaarden voor samenwerking schep.
Veel voorwaarden heb ik trouwens niet. Ik werk thuis en kom dus niet naar kantoor. En met niet bedoel ik ook echt never nooit niet, tenzij dat kantoor heel dichtbij is en ik niet met veel mensen in contact hoef te treden. Als ik namelijk ’s middags een afspraak op locatie heb, ben ik ’s ochtends niet in staat iets nuttigs te doen waarbij ik me moet concentreren. De reis ernaartoe is al best vermoeiend, de afspraak zelf is vaak supervermoeiend en de terugreis lukt dan van vermoeidheid niet meer. Als het echt niet anders kan en ik móet ergens verschijnen, dan kan ik soms een vriendin zover krijgen dat ze me brengt en haalt. En dan nog moet ik vaak de volgende dag mijn agenda leegvegen van alle activiteiten waarbij ik goed (en vooral creatief) moet nadenken. Dat is het me gewoon niet waard.
In dat opzicht was COVID-19 een openbaring voor mijn opdrachtgevers. Degenen die altijd maar beweerden dat ik ergens toch lijfelijk aanwezig moest zijn omdat het anders niet goed ging, kwamen daar snel op terug. Goed, een overleg via Zoom is niet zo ‘gezellig’ als een live-ontmoeting, maar we kunnen best spijkers met koppen slaan. En snel ook. Steeds meer collega’s zagen de voordelen van het thuiswerken in. Je werkt op tijden dat je het best presteert (in mijn geval in de middag en avond), overlegt met je eigen kopje koffie op je eigen bank wat er moet gebeuren en je kunt meteen aan de slag. ‘Ik doe veel meer op een dag’, hoorde ik vaak.
Maar de coronamaatregelen zijn inmiddels opgeheven en iedereen is blij weer naar kantoor te gaan. Hoewel je in vacatures nu regelmatig het woord ‘hybride’ tegenkomt, wat inhoudt dat je op kantoor én thuis werkt, komen er nog steeds weinig opdrachten voorbij waarbij volledig thuiswerken een optie is.
Ik lever goed werk en lever het snel. Ik haal mijn deadlines en mijn opdrachtgevers zijn altijd uitermate tevreden over mijn nauwkeurigheid, vindingrijkheid en creativiteit. Die eigenschappen verdwijnen allemaal als ik in een kantoortuin moet zitten. Kun je dan zeggen dat mijn autisme het obstakel is? Ben ík dan beperkt, of is het juist de werkgever of (in mijn geval) de opdrachtgever?
Als er voor een werknemer een rolstoelvriendelijk of genderneutraal toilet moet komen is daar alle begrip voor. Noem je het woord autisme, dan is het ineens eng. Want mensen met autisme, die zijn raar. Hoewel veel organisaties hun best doen dat stigma van af te werpen, vrees ik dat het nog heel lang gaat duren voordat dat het geval is.
BENIEUWD WAAROM MIJN OPDRACHTGEVERS ZO TEVREDEN ZIJN? KLIK HIER VOOR DE POSTER MET ALLE POSITIEVE KANTEN VAN AUTISME EN JE BEGRIJPT METEEN WAAROM.
Reactie schrijven