· 

Het duizelt van verdriet

Dood is een onderwerp dat me altijd al fascineerde, maar het kreeg een compleet andere betekenis toen ik het van zeer dichtbij meemaakte. Mijn broertje, dertig jaar jong en in de bloei van zijn leven, kwam om het leven bij een ongeval. Zo zit je nog naast iemand te kletsen, zo ligt ie in een kist. 

 

Het was een onwerkelijke situatie, maar mijn reactie erop was nog veel vreemder. Achteraf gezien natuurlijk, want op het moment zelf verkeerde ik in een soort roes die ongeveer een jaar heeft geduurd. Terwijl mijn ouders in hun woonkamer, kapot van verdriet, verslagen voor zich uitstaarden, besloot ik naar het huis van mijn broertje te gaan om zijn dieren te voeren. Echt: ik ging zijn dieren te eten geven. De mensen die daar waren dachten dat ik het nieuws nog niet gehoord had, zo zakelijk kwam ik binnen. Toen ze hoorden dat ik het al wél wist, zag ik het onbegrip in hun ogen. Ze pakten me bij mijn arm (afblijven!) en namen me mee naar de eettafel voor een kopje thee. Ik wilde helemaal geen kopje thee, ik wilde aan de slag! Er moesten dingen geregeld en georganiseerd worden, want er was iemand dood.

 

Naar mijn broertje zelf gaan, stelde ik zo lang mogelijk uit. Ik hoefde namelijk niet te huilen, maar als ik ‘m zag werd het echt en ging dat zeker gebeuren. Het gebeurde niet. Ik stond naast de kist, was blij hem te zien, wilde dat hij wakker werd, maar ik huilde niet. Tijdens de begrafenis huilde ik niet. Bij het leegruimen van zijn kamer huilde ik niet. En ook de jaren erna bleef het droog. Ik heb in mijn leven zelden gehuild, ook als kind niet, maar ik verlangde op dat moment ontzettend naar een enorme huilbui. Naar de psycholoog maar weer.

 

‘Rouwstagnatie’, was de diagnose en we gingen die blokkade wel even wegwerken. Er was een muurtje opgebouwd dat moest worden afgebroken. Het masker dat ik had opgezet moest af. Het zelfbeschermingsmechanisme moest worden ontmanteld. We hebben flink gesleuteld, maar er werd niks afgebroken en er kwam geen stortvloed aan tranen. Vlak na deze therapie kreeg ik de diagnose ASS en gooide ik het daar maar op. Misschien huilen mensen met autisme gewoon niet ofzo.

 

Sindsdien ben ik erachter gekomen dat als ik over mijn broertje praat (of over mijn ouders, die vlak na hem zijn overleden), ik duizelig word. Ik denk dat die duizeligheid mijn huilbui is. Er zijn ook mensen die denken te weten dat ik hoogsensitief ben en juist té gevoelig, waardoor ik mezelf afscherm van deze trauma’s. Het zal allemaal wel. Ik ben er inmiddels niet meer mee bezig en de laatste therapie ligt alweer ver achter me. 

 

Toch blijft de dood, en vooral de rouw, mij enorm fascineren. Ik zou daarom graag van andere mensen met autisme willen horen hoe zij daarmee omgaan. Wat gebeurt er bij jou als het gaat om zulke heftige emoties? Zet jij ook een masker op, of kun je gemakkelijk je emoties tonen? Heb je daar ervaring mee en zou je die ervaringen met me willen delen? Stuur in dat geval even een mailtje: kirsten@kirsten-schrijft.nl. Alvast bedankt!

Reactie schrijven

Commentaren: 0